Gezellig met vrienden en familie een pintje pakken of een lekker wijntje drinken, wie doet dat niet wel eens? Naast de leuke aspecten kleven er helaas ook veel nadelen aan alcoholconsumptie. Bij al meer dan 4 glazen per week is men meer vatbaar voor verschillende vormen van gezondheidsproblemen zoals levercirrose, borstkanker en psychiatrische problemen. Alcohol gebruik is ook nog eens zeer hoog gecorreleerd met suïcide en dit voornamelijk bij mannen.

Alcoholverslaving

Uit de cijfers blijkt dat veel meer mensen kans hebben om verslaafd te raken aan alcohol dan men gewoonlijk denkt. Zoals je kunt zien in Figuur 1 is het percentage mensen wat in het blauwe risico gebied valt vrij groot, zo’n 40% van de bevolking. In de meest ernstige categorie van verslaving valt 3% van de bevolking, dit zijn al snel bijna 15 miljoen mensen in Europa die een behandeling nodig hebben! Wat het gevaar is, is dat de overige 37% van de probleemdrinkers ook in deze categorie terecht kunnen komen, of zelfs mensen die slechts af en toe drinken doorschuiven naar een probleemcategorie.

Gevaren alcohol

Figuur 1: Verdeling van het bevolking over de mate van alcohol afhankelijkheid. Bron: Prof. G. Dom

Een verslaving is 60% genetisch en 40% bepaald door omgevingsfactoren. Er zijn een vijftiental genen die vermoedelijk een rol spelen bij de ontwikkeling van alcoholproblemen. Deze “verslavingsgenen” kun je dus erven van je ouders. Uit de cijfers blijkt dat van vader op zoon deze kans zelfs 40% bedraagt, van moeder op dochter is de kans wat kleiner, namelijk 15%. Het slechte nieuws is dat aan die 60% genetische grondslag weinig te doen is. Het goede nieuws hier is dat omgevingsfactoren dus ook een grote rol spelen. Bijvoorbeeld getrouwd zijn is een omgevingsfactor die het risico op alcoholproblemen vermindert. Het meemaken van een traumatische ervaring in de jeugd verhoogt juist het risico op verslaving. Dit wil niet zeggen dat een verslaving altijd de oorsprong heeft in de jongere jaren, ook mensen met bijvoorbeeld een stressvolle baan hebben meer kans op een alcoholverslaving. Adolescenten met een risicogen en weinig regels thuis hebben een zeer hoge kans op verslaving. Maar ook hoe meer regels er thuis worden gehandhaafd is van belang: hoe strenger de ouders, hoe minder kans op verslaving. Dit is eigenlijk het goede nieuws: we kunnen wellicht zeer positieve omgevingsfactoren creëren die de genen “uitschakelen”.

Wat gebeurt er eigenlijk in de hersenen bij een verslaving?

Er zijn verschillende hersengebieden die een rol spelen bij verslaving: het motivatiecentrum,, het belonings- of salientiecentrum, het zelfcontrolecentrum en het geheugen. In Figuur 2 is zichtbaar waar deze gebieden zich bevinden.

Gevaren alcohol

Figuur 2: De verschillende hersengebieden die betrokken zijn bij verslaving. De afkortingen staan voor de volgende gebieden: PFC – prefrontal cortex; ACG – anterior cingulate gyrus; OFC – orbitofrontal cortex; SCC – subcallosal cortex; NAc – nucleus accumbens; VP – ventral pallidum; Hipp – hippocampus; Amyg – amygdala. Bron: National Institute on Drug abuse (http://www.drugabuse.gov)

Het motivatiecentrum zorgt er uiteindelijk voor dat je de beslissing neemt om een glas alcohol te nemen. Het beloningscentrum is geeft positieve signalen af wanneer je een juiste beslissing hebt genomen. Het zelfcontrole centrum kan je vertellen dat je bepaalde keuzes beter niet kunt maken en het geheugen speelt natuurlijk ook een belangrijke rol in het opslaan van de positieve en negatieve ervaringen met alcohol. Een gezond persoon heeft de juiste balans tussen deze centra, maar de connecties zijn verstoord bij iemand met een verslaving (zie Figuur 3). Zo is de verbinding van het zelfcontrole centrum naar het motivatie centrum minder sterk geworden en het beloningscentrum heeft een veel grotere invloed op zowel het geheugen als het motivatiecentrum. Doordat er meer positieve associaties met het gebruik van alcohol worden opgeslagen, wordt de band tussen het geheugen en het beloningsscentrum sterker. Het beloningcentrum geeft dan weer een remmend signaal naar het zelfcontrole centrum en een grote impuls aan het motivatiecentrum.

Gevaren alcohol

Figuur 3: De verbindingen van de belangrijkste hersengebieden in een verslaafd persoon en in een niet verslaafd persoon. Een stippellijn betekend een remmende verbinding, en een doorgetrokken lijn een versterkende verbinding. De pijlen geven de richting van de verbinding aan. Bron: Volkow, Fowler, Wang (2004). The addicted human brain viewed in the light of imaging studies: brain circuits and treatment strategies. Neuropharmacology, 47, 3-13.

Behandelmethoden

Het is dus belangrijk om enerzijds te zorgen dat er weinig mensen echt verslaafd raken aan alcohol, maar anderzijds moeten de mensen die (ernstig) verslaafd zijn behandeld worden. Er zijn verschillende invalshoeken voor behandeling: psychosociale therapie, famacotherapie en zelfhulp. Vaak is een combinatie van verschillende therapieën het meest efficiënt.

Gevaren alcohol

Figuur 4. Behandelmethoden. Bron: Prof. G. Dom

In psychosociale behandelmethoden wordt voornamelijk de nadruk gelegd op directe of indirecte verbale communicatie met de patiënt. Ze doen dat door de motivering tot gedragsverandering te vergroten, het onder controle krijgen van het drinken en de kans op terugval te voorkomen. Farmacotherapie richt zich voornamelijk op het toedienen van medicatie om bijvoorbeeld de “craving” te onderdrukken of het beloningssysteem te onderdrukken, waardoor men minder positieve associaties krijgt met het gebruik van alcohol. Zelfhulp ten slotte focust voornamelijk op het zelfbewust maken van het probleem, door bijvoorbeeld online dagboeken in te vullen.

Er zijn nog heel wat knelpunten aan de huidige behandelingsmethoden, en dan met name dat er alleen behandelmethoden zijn voor de zeer ernstig afhankelijke patiënten. Van preventie, of goede behandelmethoden voor mensen die licht verslaafd zijn is dus nog geen sprake. Verder zijn de behandelmethoden die momenteel gebruikt worden vooral gebaseerd op trial en error. Er wordt een bepaalde methode geprobeerd, en als het min of meer aanslaat blijft de methode gebruikt worden, soms echt zonder echt te weten waarom het precies werkt. De kennis die we hebben over de neurobiologische defecten in mensen met een verslaving wordt ook niet optimaal gebruikt, en ook de behandelingen die worden gebruikt zijn voor iedereen ongeveer hetzelfde, er is dus weinig differentiatie in behandelmethoden op individueel niveau. Het gevolg van al deze dingen is dat er behandelingen zijn, ze werken ook wel, maar ze hebben slechts een matige effectiviteit.

Maar het is niet alleen negatief: er wordt momenteel hard gewerkt aan nieuwe innovatieve behandelmethoden. De meeste van deze methoden werken op het steviger maken van de zelfcontrole en werken met onder andere breinstimulatie en klinische re-training, waar veel vooruitgang mee wordt geboekt. In deze methode wordt de automatische impuls, die aan alcohol is verbonden, getracht uit te doven. Ook wordt er meer aandacht besteed aan preventieve interventies, zelfs al binnen het klaslokaal.

Meer informatie

http://www.alcoholhulp.be/
http://www.druglijn.be/
http://www.vad.be/
http://www.ida-nl.be/

* Op donderdag 7 maart 2013 gaf Professor Geert Dom een lezing met als titel “Alcoholproblemen: Hoe verder?” aan een zaal vol geïnteresseerden in de Zebrastraat in Gent. Deze blog is gebaseerd op deze lezing, maar niet alles wat is verteld wordt in deze blog besproken, en niet alles wat in deze blog staat is in de lezing aan bod gekomen. Pdf van de presentatie door Prof. Geert Dom.