De jongeren van tegenwoordig hebben geen manieren meer. “Ze tonen geen respect voor ouderen, hangen maar wat rond, eten ongezond en tiranniseren hun ouder!” schreef Socrates al zo’n 2500 jaar geleden. Ook vandaag wordt de adolescentie universeel als een moeilijke periode gezien.

In een gesmaakte gespreksavond van vzw Breinwijzer biedt kinderpsychiater Eric Schoentjes wat tegenwicht aan deze al te negatieve visie. Hij schetst de adolescentie juist als een erg stimulerende overgangsfase. Een periode waarin adolescenten volop leren om te gaan met hun veranderende omgeving, hun nieuwe verantwoordelijkheid en, niet in het minst, hun wispelturige brein, dat in die periode harder dan ooit evolueert. Tussendoor stelt de adolescent niet enkel zichzelf, maar vaak ook de maatschappij hevig in vraag. En beiden komen er meestal beter uit, aldus dokter Schoentjes, die het adolescentenbrein als de motor van de maatschappij beschouwt.

Op eigen benen

De adolescentie duurt ongeveer van het 12de tot het 24ste levensjaar. In die periode van seksuele en maatschappelijke maturatie proberen adolescenten zich geleidelijk aan los te trekken van de belangrijke hechtingsfiguren in hun omgeving en leren ze op eigen benen te staan. Om die belangrijke stap te zetten, zien ze zich genoodzaakt hun gedragsrepertoire gevoelig uit te breiden. Risico’s durven nemen, de stap in het duister leren zetten, is daarbij erg belangrijk. Ook een eigen sociaal netwerk opbouwen is een grote opdracht voor adolescenten. Willen ze daar goed in gedijen, moeten adolescenten nieuwe sociale vaardigheden ontwikkelen. De overvloed aan prikkels op een juiste manier weten te doseren, filteren en evalueren vormt de grootste uitdaging. Gelukkig kunnen ze daarbij rekenen op een steeds beter functionerend brein.

Brein in ombouw

Tijdens de adolescentie treden in de hersenen namelijk een aantal ingrijpende veranderingen op. Zo neemt de grijze hersenschors sterk af: zenuwcellen die niet gebruikt worden, verdwijnen. Enkel de vaak gebruikte hersenverbindingen blijven bestaan. Tezelfdertijd worden hersennetwerken beter op elkaar afgestemd. Op die manier ontstaat specialisatie en integratie. Opvallend is dat de frontale kwab, die erg belangrijk is voor het controleren van ons gedrag en onze emoties, als laatste deze veranderingen ondergaat. Hierdoor haalt de ratio het niet steeds van de emotie. Ouders kijken gefrustreerd naar hun puber die vaak de grenzen niet kent, in woede of tranen uitbarst of soms roekeloos gedrag stelt. Ze kunnen het beeld van hun revolterende adolescent thuis niet rijmen met het vriendschappelijke gedrag daarbuiten. Het puberende brein is echter nog niet klaar om op ieder moment rationeel te redeneren. Een krijsend kind vergeven we sneller, omdat we daar andere verwachtingen over hebben. Ook de samenstelling van de chemische stoffen in de hersenen van de adolescent is volop in verandering. Vooral het dopaminerge systeem evolueert sterk. Dopamine wordt in verband gebracht met sensation seeking: nieuwsgierig zijn, risico’s nemen en daarbij af en toe es hard tegen de lamp lopen. Ook dat hoort bij de adolescentie.

(Don’t) blame the brain

Dit alles maakt de adolescentie tot een intense, maar tezelfdertijd erg kwetsbare periode. Niet voor niets worden vooral dan de grenzen van het aanvaardbare afgetast: de adolescent durft al eens te experimenteren. Met alcohol, softdrugs of seksuele relaties. Dokter Schoentjes waarschuwt evenwel voor het gevaar dit gedrag causaal te linken aan de veranderingen in het brein. Adolescenten kunnen evenzeer zo handelen in reactie op de sterk veranderende omgeving, de drang om het sociale netwerk uit te breiden en los te komen van de zorgfiguren. Wat op zijn beurt tot veranderingen in de hersenen kan leiden. Er is, met andere woorden, waarschijnlijk eerder sprake van een circulair dan een rechtlijnig, oorzakelijk verband. En als adolescenten zich al eens misdragen, is de schuld niet louter in het brein te zoeken. Zo haalt dokter Schoentjes ook het belang van hechting tijdens de eerste, cruciale levensjaren aan. Adolescenten met een broze hechtingsband, zo stelt hij, zijn vatbaarder voor psychologische stoornissen.

Bouwen aan de toekomst

Al wil hij vooral wat weerwerk bieden tegen een te negatieve kijk op de adolescentie. Risico’s nemen, jezelf uitdagen en grenzen verleggen maken integraal deel uit van de volwassenwording. Deze stappen níet zetten kan nefaster uitpakken en bijvoorbeeld tot angststoornissen leiden. Bovendien wordt een groot deel van de persoonlijkheid in de adolescente jaren gevormd: wie dan geen nieuwe wegen zocht voor gekende problemen, doet dat later wellicht ook niet. Jezelf en de maatschappij in vraag stellen komt niet enkel de persoonlijke groei ten goede, maar daagt ook de gemeenschap uit om niet stil te staan. Net daarom staat dokter Schoentjes niet negatief tegenover de opmars van sociale media en de toenemende smartphones en tablets. Ze maken het ouders misschien moeilijker om sociale misstappen te spotten, maar helpen wel om al vroeg de aandacht te leren spreiden en te multitasken. Door de enorme flexibiliteit van het brein slaagt de adolescent van nu daar sowieso beter in dan de voorgaande generatie. Laat de puberende hersenen dus maar exploreren. De maatschappij, die zal wel volgen.