We horen het overal: sporten is goed voor je hart, voor je brein, voor je mentale gezondheid, én het vermindert je risico op verschillende ziektes waaronder kanker en diabetes (1). Kortom, het is goed voor van alles en nog wat. Alsof dat nog niet genoeg redenen zijn om jezelf op regelmatige basis in het zweet te werken, zijn er ook nog cognitieve voordelen (2) én kan sport dienen als een middel om drugsmisbruik te voorkomen en behandelen (3). Dat laatste voordeel werd al meerdere keren aangetoond, maar tot voor kort was er nog maar weinig geweten over de onderliggende neurobiologische basis hiervoor. Eén hypothese stelt dat sporten een bepaald circuit in de hersenen beïnvloedt, namelijk de mesolimbic dopamine pathway. Dat is een hele mond vol, dus laat het ons even stap voor stap bekijken.

Dopamine doet misschien wel een belletje rinkelen. Dopamine is een veel voorkomende neurotransmitter, een stof die signalen doorgeeft in de hersenen, die onder andere belangrijk is voor het ervaren van genot en blijdschap. Het wordt daarom vaak ook wel eens ‘het geluksstofje’ of ‘het beloningsstofje’ genoemd. Hoe een neurotransmitter precies werkt, hangt af van de receptoren waarop de neurotransmitter bindt. De meeste neurotransmitters hebben specifieke receptoren, een beetje zoals een sleutel die slechts op bepaalde sloten werkt. Of een auto die slechts op bepaalde plaatsen kan parkeren. Afhankelijk van het specifieke slot of de parking, zal dopamine anders werken. Er zijn verschillende soorten receptoren voor dopamine, die verspreid liggen over verschillende locaties in de hersenen. Elke receptor heeft ook een andere functie. Zo zijn er bijvoorbeeld D1-receptoren (D1 staat voor dopamine-1) die in verband staan met motorische handelingen en bewegingen, terwijl D2-receptoren vooral betrokken zijn bij emotioneel gedrag.

Dopamine werkt in op verschillende hersencircuits, waaronder ook op het mesolimbisch circuit. Dit is een hersencircuit dat belangrijk is voor beloning en straf. Het bestaat uit verschillende hersenregio’s, waaronder de nucleus accumbens (het beloningscentrum in de hersenen) en het limbisch systeem (dat belangrijk is voor emoties). En dit verklaart ook de link tussen dopamine en verslaving. Zaken zoals chocolade en seks, maar ook drugs en alcohol, zullen zorgen voor een vrijgave van dopamine in de hersenen. En een vrijgave van dopamine = een gelukzalig gevoel. Hier is op zich niks mis mee, maar een verslaving kan zich ontwikkelen wanneer iemand steeds vaker op zoek gaat naar dat gelukzalig gevoel. Hierdoor kunnen de receptoren immers minder gaan reageren en is er steeds meer nodig om hetzelfde gelukzalige gevoel te krijgen. In dit geval krijg je iets wat gewenning noemt. Als gevolg hiervan kan dan weer een verslaving ontstaan, fysiek en/of mentaal afhankelijk zijn van iets, zoals alcohol of andere drugs, maar ook chocolade, shoppen, gezond eten, …

Figuur : Door veranderingen in hoe dopamine inwerkt op het mesolimbisch hersencircuit kan verslaving onderdrukt worden (bron figuur: medicalxpress.com).

En dan komen we terug aan bij de start van ons verhaal, namelijk de mogelijke positieve link tussen sport, verslaving en het mesolimbisch circuit. Recent hebben Amerikaanse onderzoekers deze hypothese verder onderzocht en zijn ze er in geslaagd om deze theorie te bevestigen bij ratten (4).

Ze verdeelden ratten in in twee groepen: een sport groep en een sedentaire groep. De sport groep dienden vijf keer per week te sporten op een loopband en dat voor 6 weken lang. De sedentaire ratten deden niks specifiek en bleven gewoon in hun kooi. Vervolgens onderzocht men de hersenen van de ratten en heeft men specifiek ook gekeken naar dopamine en de D-receptoren.

De onderzoekers vonden bij de ratten in de sport groep minder binding met D1-receptoren in bepaalde hersenregio’s, terwijl ze net meer binding vonden in D2-receptoren. Zonder te hard in de details te duiken: dit dopamine verschil in D1 en D2-receptoren kan een verandering in beloning en gewoonte teweeg brengen, wat dan weer een rechtstreekse invloed op gewenning en afhankelijkheid (verslaving) kan geven. Het is alvast een eerste bewijs in de richting van het positieve effect van bewegen op verslaving, maar verder onderzoek is nodig: ratten zijn immers geen mensen.

Algemene conclusie? Sporten en beweging, het goedkoopste wondermiddel, nogmaals bewezen!

Bronnen:

(1): Physical Activity Guidelines for Americans. Available from https://health.gov/paguidelines/pdf/paguide.pdf 2008

(2): AF Kramer, KI Erickson, SJ Colcombe: Exercise, cognition and the aging brain. Journal of Applied Physiology, 2006;101(4):1237-42.

(3): RA Rawson, J Chudzynski, L Mooney et al: Impact of an exercise intervention on methamphetamine use outcomes post-residential treatment care. Drug and Alcohol Dependence, 2015;156:21-8.

(4): L.S. Robison, S. Swenson, J. Hamilton & P.K. Thanos: Exercise reduces dopamine D1R and increases D2R in rats: implications for addiction. Medicine & Science in Sports & Exercise, 2018, Epub ahead of print.