Onderzoek van de Universiteit van Concordia suggereert dat zowel een- als tweetalige kinderen bij voorkeur vrienden willen zijn met leeftijdsgenoten die hun moedertaal (of dominante taal) spreken met een inheems accent eerder dan met een buitenlands accent.[1]

De onderzoekers dachten aanvankelijk dat tweetalige kinderen meer ‘open-minded’ zouden zijn dan eentalige kinderen, waarvan eerder onderzoek al aantoonde dat ze liever omgaan met mensen die hun eigen accent delen, maar de resultaten spreken dat tegen, aldus de website van de universiteit.

De deelnemende kinderen kregen meermaals twee kindergezichten te zien. Bij elk van de gezichten hoorde een audio-opname van dezelfde zin, de één voorgelezen met inheems, de ander met een (voor de kinderen onbekend) buitenlands accent.  De kinderen moesten wijzen naar het gezicht van het kind dat ze het liefst als vriend zouden hebben. Ze vertoonden, ongeacht hun taalkundige achtergrond, een voorkeur voor de gezichten die gepaard waren met een audio-fragment in hun eigen accent.

Van waar komt deze bias? Volgens Prof. Byers-Heinlein, co-auteur van de studie, kan de voorkeur voor een inheems accent mogelijks gerelateerd aan de voorkeur van kinderen voor familiariteit, voor zaken en mensen waar ze vertrouwd mee zijn. Een belangrijke implicatie van het onderzoek is volgens de auteurs dat ouders kinderen expliciet zouden moeten bijbrengen dat een accent slechts een oppervlakkig kenmerk is.

Referenties

  1. Souza, AL, Byers-Heinlein, K, Poulin-Dubois D (2013). Bilingual and monolingual children prefer native-accented speakers. Frontiers in Psychology, 4, 10.3389/fpsyg.2013.00953
  2. www.eurekalert.org